Geschiedenis van Cuba
De
oorspronkelijke bevolking van Cuba zijn indianen. Cuba werd
ontdekt door Columbus op zijn eerste reis in 1492. Na de
ontdekking van Cuba door Columbus veroverden de Spanjaarden
Cuba. De indianen werden wreed ingelijfd als slaven. Later haalde
de Spanjaarden hun slaven uit Afrika. Cuba is dus heel erg lang
een Spaanse kolonie gebleven. Dankzij de slavernij had Cuba de
mogelijkheid zich te ontwikkelen tot een belangrijke
suikerproducent. In 1886 werd de slavernij afgeschaft. Cuba heeft
daarna nog korte tijd onder Amerikaans gezag gestaan. Maar in 1902
werd het een onafhankelijke republiek. Amerika behield enkele
rechten, zoals het recht op marinesteunpunten op Cuba. En de
Amerikanen zaten in allerlei bedrijfstakken. Cuba bleef een
belangrijke suikerproducent die economisch erg afhankelijk was van
de Verenigde Staten. Tot 1940 regeerden een rij van niet integere
van presidenten die er een chaos van maakten en veelal corrupt
waren. De gewone Cubaanse bevolking was arm. Onder invloed van
verkiezingen en druk van de bevolking voerde president Batista in
1940 hervormingen met behulp van een nieuwe grondwet door. Dit
betrof ondermeer een legalisering van de ondergrondse
Communistische Partij en gunstige hervormingen voor de vakbonden.
Maar president Batista negeerde de grondwet van 1940. Hij ontbond
het parlement en regeerde als een dictator. Daardoor werd de
oppositie sterker in de jaren vijftig.
Fidel Castro
leidde een revolutionaire beweging vanuit Mexico. Met anderen (Ernesto
'Che' Guevara), werd een guerrillabeweging opgezet, Deze
guerrillabeweging werd gesteund door de oppositie tegen Batista
bestaande uit boeren en landarbeiders. Bij de Communistische
Partij kreeg deze beweging weinig sympathie. Eind 1958 had de
beweging zich verspreid en versterkt en was de oppositie tegen
Batista algemeen geworden. Het leger steunde Batista ook niet
meer. Daarom vluchtte Batista op 31 dec. 1958. Op 1 jan. 1959 trok
Castro's beweging van 26 Juli Havana binnen. Batista was
overwonnen.
Er kwam
een herverdeling van land en diensten en verschillende voormalige
Amerikaanse bedrijven werden genationaliseerd. Land van boeren
werd onteigend, de grootste stukken land werden staatseigendom.
Bijna iedereen kreeg werk maar het salaris daarvan was laag. Dit
alles veroorzaakte dat Cuba geïsoleerd werd van de Verenigde
staten, en raakte daar de afzetmarkt kwijt. Daarom werd hulp van
de socialistische landen belangrijk, en werd er handel gedreven
met Oostblok landen. De Sovjet Unie steunde Cuba militair bij
dreigende invallen van de Verenigde Staten. Langzaam aan werd het
systeem totalitairder. In 1976 kwam er een nieuwe Grondwet, die de
burgers veel vrijheid ontnam.. Dit veroorzaakte de emigratie van
veel politieke tegenstanders uit alle lagen van de bevolking.
In 1995
werd het staatsmonopolie op de verkoop van landbouwproducten
opgeheven. Ondanks de economische hervormingen bleven
democratische hervormingen uit. Op 31 juli 2006 droeg President
Fidel Castro, in verband met het ondergaan van een zware operatie,
al zijn bevoegdheden over aan zijn broer Raúl Castro. Het lijkt er
op dat Raúl Castro hervormingen tot stand wil laten komen. In
maart 2009 komen er verschuivingen in de regering. Het congres van
de Verenigde Staten versoepelt het handelsembargo.
Positieve ontwikkelingen
De
bevolking heeft gratis toegankelijk gezondheidssysteem. Omdat
school verplicht was en kosteloos is, is de ongeletterdheid onder
de bevolking minimaal. Momenteel wordt het toerisme met open armen
ontvangen. Het toerisme zorgt samen met de beroemde Cubaanse
sigaren voor een economische vooruitgang. |